Ondanks het bar slechte weer heb ik genoten van de WinterFiets11StedenTocht. De kopgroep wisselde, maar bestond uitsluitend uit velomobilisten, dat is zeker. Er was ook een duidelijke leider die meteen al weg was, namelijk Ymte. In Leeuwarden nam hij plots een andere afslag dan de rest, samen met Jos Hendriks en daarna zag ik hem pas weer terug bij de finish. Mijn navigatie werkte aanvankelijk niet omdat ik in de hal geen ontvangst had en ik opdracht had gegeven het zoeken naar satellieten te staken. Ik wist na de start niet hoe ik die weer aan moest zetten en heb maar opnieuw opgestart. Lastig in het donker met zoveel fietsers om je heen op de knoppen drukken. Maar het werkte gelukkig en ik had ook direct de track weer te pakken.
Toen de eerste snelle racefietsers langs kwamen heb ik het gas erop gegooid en ze buiten Leeuwarden weer ingehaald. Daarna sloot ik met Ludwig in mijn kielzog aan bij Martin de Haan en Eva. Die volgden evenmin het smalle fietspad langs de Zwette, maar de fijne brede weg door de dorpen en zo schoot het heel goed op. In Sneek ging e.e.a mis. De groep ging rechtdoor waar mijn track zei dat ik af moest slaan. Toch maar gevolgd en idd. daar zag ik het cafe waar vorig jaar de stempelplaats was. Maar toch reed iedereen eraan voorbij en tja, ik er maar achteraan. Bleek dat dit jaar een ander cafe tot stempelpost gebombardeerd was.
Bij het wegrijden was de kopgroep sneller weg en moest ik zoeken hoe ik uit Sneek moest komen. De schermkleuren van het gps scherm waren automatisch verandert na zonsopkomst (welke zonsopkomst?)) en dat zette me op het verkeerde been. Minuten gingen verloren voor ik de uitweg uit Sneek zag. Ik zette de jacht in en op de Gaestdyk bij Spannenburg haalden we de groep die nu 4 of 5 velomobielen telde weer in. Rijdende op de weg (legaal) gingen Ludwig en ik er even later voorbij en daarna ging ik op jacht naar Peter de Rond die me tot Stavoren nog nipt wist voor te blijven. Toen ik 'm sprak bij de stempelpost leek het erop dat ik hem ontzag had ingeboezemd. Ik had geweldig goede benen op deze bedroefd slechte dag met continu wind, regen en een temperatuur van net iets boven het vriespunt. Vooral op de dijk naar Stavoren ging het hard waarbij de snelheid gemakkelijk tot boven de 50km/h kwam en bleef.
In Stavoren grapte Peter de Rond dat Ymte net wegreed en dat ik als ik snel was hem in zou kunnen halen. Zo goedgelovig ben ik echter ook weer niet. Ymte lag toen al ver voor. Wel was Ymte de enige die nog voor ons lag. Helaas had ik teveel gevergd van mijn fietsmaatje Ludwig uit Ost-Friesland. Het hoge tempo was wat teveel van het goede. Ludwig klaagde over toenemende kramp in de benen. Hij had geen navigatie en met alleen een kaart wordt het wel heel lastig, dus ik heb mijn tempo maar aangepast. Verschillende rijders die we ingehaald hadden haalden ons geleidelijk weer bij en lieten ons achter toen ons tempo bleef zakken. Uiteindelijk kwamen we als 8e ongeveer binnen in 7.45uur totaal. De racefietsers hadden het vandaag bijzonder zwaar. De kou en de nattigheid had tot gevolg dat heel wat rijders onderkoeld raakten en dat er velen niet meer over Dokkum reden maar binnendoor staken naar Leeuwarden. De velomobielrijders hadden veel profijt van hun voertuig vandaag. We hebben overtuigend bewezen dat de velomobiel de meest geschikte fiets is voor barre weersomstandigheden.
Bij de wederopbouw van TransforMango kon ik mooi weer wat zaken uitproberen die mij het waard leken om uit te proberen.
Voornaamste wijzigingen zijn een aangepaste voorderailleur (die eigenlijk een achterderailleur is) en een kettingspanner die genoeg kettinglengte op kan nemen om echt alle versnellingen te kunnen schakelen. Het ene hangt direct met het andere samen. Als je in een hoge versnelling bent op de cassette en je moet door een onverwachte situatie zo plotseling stoppen dat je niet meer terug kunt schaklen, kun je met de omgekeerde derailleur in stilstand schakelen van het grote naar het kleine blad, maarrr, dan mag de ketting niet slap gaan hangen! Zou de ketting niet op spanning worden gehouden, dan loopt de ketting er hoogstwaarschijnklijk af wat in ieder geval oponthoud betekent, waarschijnlijk besmeurde handen oplevert en mogelijk zelfs het schakelsysteem beschadigt. Vandaar dat een kettingspanner met een langere kooi nodig is om in alle versnellingen van klein-klein tot groot-groot (combinatie kettingblad-cassette tandwiel) de ketting op spanning te houden. Moeilijk is dat niet want er is bij de Mango ruimte voor door de plaatsing van de kettingspanner voor de brug. Door de kettingspanner om te draaien en op de bodem van de body vast te zetten heb ik de meeste ruimte voor een lange kettingspanner en loopt de ketting weer boven de brug langs, zoals ik in een vorige blogposting al heb laten zien. Dus ook in dit geval heb ik geen kettingbuizen nodig.
In de praktijk ziet dat er zo uit.
Uiteraard heb ik eerst geprobeerd een normale voorderailleur in te zetten. Het leek me het handigst om de trapashouder van Alligt om te draaien op het vierkante frame zodat de "pook"waar de voorderailleur aan zit naar beneden wijst. Ik wist dit weliswaar voor elkaar te krijgen met de pook in een geschikte hoek, maar de voorderailleur kwam helemaal op het eind van de pook en dat bleek te dicht bij het 65tands tandwiel uit te komen om lekker te schakelen. In feite wilde het gewoon helemaal niet schakelen en bleef de ketting maar ratelen. Een kollega kwam met het idee om dan maar een achterderailleur met schakelplaten zoals we die toepassen in de Mango te gebruiken. Na wat passen en meten bleek dat de moeite waard om uit te proberen. Het schakelt goed, maar daar moet ik wel bij zeggen dat langzaam achteruit trappen verreweg het soepelste ging. Bij snel ronddraaien van de trappers danste de ketting een paar keer over de tanden voor er geschakeld werd. Omdat je nu bij stilstand kunt schakelen hoef je niet met een hoge snelheid rond te trappen en is het dus puur een kwestie van gewenning. Ik had het graag idiootzeker gehad, maar daarvoor moet je toch nog steeds bij Rohloff zijn.
Vervanger van DualDrive
Rohloff is het dus niet, ook omdat de cassette zoals gebruikelijk alleen vooruit trappend schakelt. De cassette achteruit trappend schakelen zou in principe prima kunnen, maar het is helemaal niet handig om voor elk klein schakelstapje achteruit te moeten trappen en daarna weer vooruit. Dat werkt alleen maar vertragend. Het is wel vergelijkbaar met de DualDrive. Je kunt bij onverhoopt tot stilstand komen in een hoge versnelling in 1 keer een grote schakelstap omlaag maken zodat je vrij gemakkelijk weer op gang kunt komen.
Nu ben ik een ervaren velomobilist en het overkomt me eigenlijk maar zelden dat ik mezelf in een te hoge versnelling terug vind en sowieso weet ik met voorzichtig trappen voldoende snelheid op te bouwen om met weinig kracht op de pedalen de cassette weer terug te schakelen naar het grootste tandwiel.
Het is vooral bij heuvelachtig gebied dat ik me nog weleens laat verrassen. Heuvelop kun je naar het kleine blad schakelen wel vergeten als je tegelijk kracht op de pedalen moet zetten om in beweging te blijven. Grote kans dat je je voorderailleur verbuigt als dat toch probeert. Sta je noodgedwongen helemaal stil dan moet je omdraaien, heuvelaf licht trappend naar het kleine blad schakelen en daarna weer omdraaien om de weg te vervolgen. Hoogst onhandig met een velomobiel en voor mij voldoende aanleiding om deze poging te wagen.
Ander probleem.
Goed, dit heb ik allang gereed en werkend, maar TransforMango is toch nog steeds niet weer opgebouwd. Ik fiets op het moment met mijn carbonQuest die eindelijk eens aan de bak komt, dus dringend is de wederopbouw van TransforMango niet. De oorzaak van de vertraging is het feit dat het moeilijk blijkt om een andere wijziging te laten slagen: de achterste kettingspanner zo te wijzigen dat ik met 1 spanrol toe kan i.p.v. twee. Bij mijn verkochte Twango liep dit probleemloos maar in TransforMango staat de achterste ketting wat strakker en is het raakvlak van de ketting op de spanrol maar heel kort. Doordat een ketting niet vlak is wordt de spanrol bij elke schakel naar beneden gedrukt en dat levert een hobbelende kettingspanner en een te zware kettingloop op. Ik heb hier heel wat op afgepiekerd maar het lijkt erop dat ik weer uit kom bij de originele Mango kettingspanner met twee spanrollen. De ketting wordt daarbij zodanig omgeleid dat de ketting over een grote lengte aanligt op de rollen en er geen rare beweging optreedt.
Toepasbaarheid
Niet te hard van stapel lopen hier, want waar ik het helemaal niet over gehad heb is dat ik het voorframe helemaal omgebouwd heb. Dit vanwege de omgedraaide Alligt trapas houder. De voeten komen ca 5cm lager uit en dat zou voor mij betekenen dat mijn hakken over de straat slepen. Ik heb het simpel weten te houden met een rechte vierkante alu koker van brug tot neus, maar aanpasbaarheid aan een andere beenlengte is nu veel moeilijker geworden. Dit is natuurlijk niet handig, maar het kan ook best anders als er een aparte houder gemaakt wordt voor de "reverse" voorderailleur. Dan hoeft er niets aan het frame verandert te worden.
In aanvulling op een vorig bericht waarin ik uitleg hoe je in de Mango een efficiente kettingloop zonder kettingbuizen kunt realiseren heb ik een tweede video gemaakt waarin ik laat zien hoe je op simpele wijze de werking van de kettingspanner kunt omdraaien. De methode van simpelweg de kettingspanner tegen de klok indraaien bleek op den duur niet goed te werken omdat de ingebouwde veer hier niet zo geschikt voor is. De meest elegante oplossing zou zijn om speciale veren te laten maken, maar een goedkope en goede oplossing is de veer eruit halen en een externe trekveer te bevestigen tussen kettingspanner en frame. In de video wordt uit de doeken gedaan hoe:
Vanwege mijn grote schakelbereik met een 11-34 cassette en 39/60 tandbladen ben ik nog een stapje verder gegaan en heb de kettingspanner uit elkaar gehaald, de derailleurwieltjes eruit gehaald en vervangen door een 75mm gladde Alligt kettingwiel aan de bovenkant en een 50mm kettingwiel aan de onderkant. Hierdoor kan ik ook op het kleine voorblad nu ale versnellingen schakelen. Een leuke bijkomstigheid is dat de ketting niet meer door een kooi loopt en dus heel eenvoudig op en af gelegd kan worden. Handig bij ketting wisselen om maar wat te noemen. Risiko op ongewild aflopen is er nauwelijks. Het onderste kettingwiel kon helaas niet groter zijn omdat deze aan zou gaan lopen op de bodem.
Groningen ligt dicht bij Noord-Duitsland en ik kan heel goed overweg met de Duitse taal. Tel daarbij op dat veel velomobielende Duitsers technisch geinteresseerd en gekwalificeerd zijn en het zal geen verbazing wekken dat ik nogal wat Duitse velomobiel vrienden tel. De meesten heb ik leren kennen via het Velomobil forum http://www.velomobilforum.de/forum/. Je kunt op dit forum groepsgesprekken voeren (Unterhaltung) met een beperkt aantal mensen en ik maak daar graag gebruik van om te discussieren over mogelijke tweaks aan de Mango. Zo is bijvoorbeeld de stuurgeometrie 1.1 voor de Mango Plus en 2.1 voor de Mango Sport in stilte uit ontwikkeld.
Kwadratisch versus lineair
Bij al die aandacht voor besturing en aerodynamica is een belangrijk aspect wat uit het oog verloren door mij: de mechanische verliezen in de aandrijving. Aangezien aerodynamische verliezen kwadratisch oplopen en mechanische verliezen lineair, leek me dat niet zo'n probleem, maar als de aerodynamica niet veel meer valt te verbeteren, dan is dit wel de volgende stap. Voor rijders met wat minder "umpf" in de benen als twilwel is het zelfs minstens net zo belangrijk. In het algemeen: voor snelle rijders is aerodynamica belangrijker, voor de "normaal sterfelijken" de mechanica. Als beide in orde zijn is het natuurlijk helemaal tof.
De omkering
Zoals wel vaker hebben juist mijn Duitse vrienden me in de goede richting geduwd. Met name een verbazingwekkend staaltje creatief denkwerk van Ost-Fries Ludwig spoorde me aan tot een periode van hevig en koortsachtig tweaken van de gehele aandrijflijn. De meest opmerkelijke transformatie vond plaats bij de voorste kettingspanner: de kettingloop door de kooi is nu omgedraaid en de spanner wordt net andersom op spanning gehouden door de veer. Toen Ludwig me een mailtje schreef met een beschrijving van deze omkering viel me de mond wel even open. Het ligt zo voor de hand, maar je moet er wel even op komen! Maar.... zult u zich afvragen: wat gebeurt er dan voor ingrijpends dat de weerstanden af zouden nemen. Dit komt inderdaad niet door de omkering van de kettingloop op zich. Waar het om gaat is dat hierdoor de ketting niet meer door de brug heen loopt, maar geheel vrij over de brug heen en daardoor is er geen kettingbuis meer nodig.
Vuil
Het verlies in de kettingbuis kan sterk varieren. Als de buis netjes recht loopt en schoon is, valt het wel mee, maar als de ketting niet recht aangevoerd wordt vanaf de kettingspanner naar de buis en/of een bocht moet maken en de buis van binnen vervuild is met oud vet en vuil, dan wordt het wel degelijk een "slepende" affaire. Aangezien het vervuilen van de ketting buis langzaam toeneemt, neemt ook de weerstand ongemerkt steeds verder toe.
Snelle vervuiling van de kettinglijn, is wat me destijds af deed keren van mijn eerste velomobiel: good old Alleweder. Een open kettinglijn zoals sommige velomobielen nog steeds hebben is een "klap in het gezicht" wat mij betreft. Ik ben van mening dat elke zelf respecterende velomobiel fabrikant dit zo langzamerhand op orde moet hebben, anders duurt een licht lopende kettinglijn maximaal tot de eerste de beste winter.
Het andere uiterste is trouwens ook niet goed. Een ketting afdekking die je eerst eraf moet sleutelen is de doodsteek voor het broodnodige regelmatig smeren van de ketting. Je ketting loopt niet alleen lichter als je minstens elke 1000km smeert, maar is ook stiller en gaat langer mee. Een "natte" ketting is onnodig en zegt helemaal niets over het al dan niet goed gesmeerd zijn van de ketting. Olie doet zijn goede werking namelijk aleen binnen in de schakels. Dus veeg gerust alle overtollige olie van de ketting, liefst met een ontvettende doekje, zowel voor als na het smeren.
Wat er niet is...
Naar het motto: "wat er niet is, is er niet" (vrij vertaald: wanneer een ketting buis weggehaald is, kan de ketting ook niet meer slepen) kun je nog een stapje verder gaan naar de diverse rollen in de aandrijving. In de secundaire ketting naar het achterwiel zitten twee rolletjes. Twee rolletjes hebben het voordeel dat er meer verschil in kettinglengte kan worden opgevangen (met andere woorden: het steekt niet zo nauw) maar een rol die er niet is, tja, is er niet.... Dus hup, oude kettingspanner eruit en een langere kettingspanner met maar 1 rol erin.
Kogellagers
Naast het aantal rollen speelt de kwaliteit van de lagering een belangrijke rol, zo niet de belangrijkste. Meestal worden glijlagers toegepast in de niet aangedreven ketting helft. Met kogellagers kan de weerstand weer iets verkleind worden. Ik ben nog niet helemaal klaar met deze conversie naar kogelgelagerde rollen. Alleen in de secundaire kettinglijn heb ik nu een grotere rol op kogellagers. De voorste kettingspanner bij de brug komt ook nog aan de beurt. Deze rollen hebben hoge flanken zodat een kooi niet meer nodig is. Dit is erg handig bij vervangen van de ketting of als de ketting onverhoopt eens af loopt van het kettingwiel. Dus het is ook nog eens heel gebruiks- en onderhoudsvriendelijk. Voelt u zo langzamerhand een beetje aan waarom ik zo koortsachtig aan de slag ben gegaan toen het me eenmaal begon te dagen hoeveel voordelen er te halen waren?
Schakelplaten revival
Nu was het zo langzamerhand wel eens tijd dat ik zelf ook eens wat ging bedenken. Niet zo moeilijk, want wat stoorde me al sinds de introduktie ervan: het kettingrolletje in de derailleur. Deze was niet nodig bij de 8- en 9- speed kettingen waarbij geschakeld werd door middel van schakelplaten die de ketting aleen maar raken tijdens het schakelen. Met de komst van de smallere 10-speed ketting kon er enkel nog betrouwbaar geschakeld worden met behulp van een overigens hele goede kwaliteit Tacx kettingrolletje. Ik bedacht nu dat er wel degelijk met schakelplaten gewerkt kan worden, mits er maar rekening wordt gehouden met de smallere 10-speed ketting. Dat betekent: de schakelplaten moeten dichter bij elkaar. Al bij de eerste poging slaagde ik erin een even betrouwbaar en vlot schakelen tot stand te brengen. Ook in dit geval geldt: "wat er niet is....."
De onvermijdelijke twilwel filmpjes
Hoe ziet dit er nu allemaal uit? Wat dacht je wat: twilwel heeft uiteraard een filmpje gemaakt. Een camera bedienen zonder een "filter" over de lens te maken valt nog niet mee als je handen onder de kettingsmeer zitten, ha!
Er wordt me vaak gevraagd hoeveel dit nu scheelt in snelheid. Ik verbaas me altijd over de stellige en in mijn ogen nogal voorbarige uitlatingen die er soms in dit opzicht gedaan worden door andere tweakers. Het hangt namelijk helemaal van de omstandigheden af. Bij welke snelheid, met welk wegdek, temperatuur, wind, enzovoorts. Met behulp van mijn vermogensmeter kan ik zo langzamerhand toch wel een hele duidelijke trend onderscheiden als ik de periode maar lang genoeg neem. Over de jaren heen, met alle tweaks op een rijtje durf ik wel te stellen dat mijn Twango in forens uitvoering inmiddels zo'n 20% lichter trapt bij een snelheid van rond 40km/uur t.o.v. een standaard Mango uit pak 'm beet het jaar 2009. Bij hogere snelheden neemt het voordeel natuurlijk nog verder toe.
Een snelle rit over grote dagafstand met goed asfalt, met een lekkere temperatuur en een matige zijwind ziet er inmiddels ongeveer zo uit:
Dezelfde rit, met hetzelfde matige windje in de rug op een vlakke weg na een korte daling:
In totaal heb ik deze dag 280km gefietst. Een deel ervan: http://ridewithgps.com/trips/4843567
Hoe kom ik aan 20%? Ik heb daarvoor de (door David Hembrow met de Mango aangevulde) Kreuzotter rekentool gebruikt die een vermogen van 170Watt aangeeft bij 40km/h. Op vlak wegdek met weinig wind trap ik voor 40km/h nu 137Watt bij 28gradenC.
{(170-137)x170}x100%=20%
Kreuzotter is een leuke site waar ik altijd heel wat bruikbare en vrij accurate berekeningen kon maken. Inmiddels is deze echter wel wat achterhaald, want de ontwikkeling bij de Mango heeft niet stil gestaan....
Wat doet twilwel hier mee
Als onbezoldigd "chef ontwikkeling" bij de Mango afdeling van SinnerBikes is het mijn voornemen om de aandrijflijn zo snel mogelijk aan te passen bij nieuwe Mango's met derailleur. Bij de uitvoeringen met een naafversnelling ben ik jammer genoeg gebonden aan een vrij hoge kettingspanning, dus kan ik hier minder efficientie verbetering bereiken. Bij een lage kettingspanning is het risico op een zich zelfstandig makende ketting heel groot vanwege de weerstand bij het achteruit trappen met een naafversnelling (ketting loopt van de tandwielen af). Je trapt vaker achteruit dan je denkt: bij elke stop om de trappers in de goede (12 uur) positie te krijgen om kracht te kunnen zetten.
Bij oudere Mango's (behalve de alleroudste met zowel de primaire als secundaire ketting aan de rechterkant) kunnen deze veranderingen ook doorgevoerd worden. Ik acht dit nog zinvoller dan de aerodynamische verbeteringen en verwacht dan ook veel belangstelling. Voorlopig ben ik de enige sleutelaar bij SinnerBikes voor zowel produktie als onderhoud aan de Mango's en aangezien ik dit hoogseizoen merk dat de produktie van nieuwe en het onderhoud van oudere Mango's soms maar moeilijk te kombineren zijn, heb ik het idee dat het goed zou zijn om dit uit te stellen tot het laagseizoen. Dat wil zeggen: met name januari en februari zijn heel geschikte maanden om je Mango langs te brengen bij SinnerBikes voor deze klus.
In opvolging van mijn voorgaande berichten: ik heb twilcap drie keer met de vermogensmeter getest ten opzichte van de standaard Sinner cap en moest vaststellen dat zowel zonder vizier als met een windafwijzer net voor het kijkgat de Sinner cap (met geheel gesloten vizier) het beste uit de bus kwam. De geleidelijke vorm (cw-waarde) van de ruime Sinner kap maakt het iets grotere frontale oppervlak kennelijk goed. Ik twijfel tussen tevredenheid over onze goede Sinner toerkap en ronduit balen dat ik en Roelf al het werk aan twilcap mogelijk voor niets hebben gedaan. Luxe probleem....
frontaal oppervlak van twilcap is iets minder
Maar zover was ik toch nog niet. Ik bedacht dat ook de Sinner kap met een iets geopend vizier behoorlijk inlevert qua aerodynamische efficientie. Dus heb ik het voorste kijkgat in twilcap gesloten met een lexan ruitje. Om dit zo zo vlak mogelijk in lijn met de ronding van de kap te krijgen, besloot ik om er een vast, niet te openen ruitje van te maken. Ik heb voldoende ventilatie met de 8cm slang vanaf de neus van de Mango en samen met anti-condens middel hou ik ook goed zicht als het mocht gaan regenen tijdens de wedstrijd.
Als ik twilcap dagelijks zou willen gebruiken zou ik wel degelijk een te openen vizier willen, want vooral in het donker is een combinatie van regendruppels en autolampen funest voor veilig zicht. Maar twilcap is puur bedoelt om mee te racen. De kijkgaten zijn sowieso te klein om er veilig genoeg mee aan het dagelijks verkeer te kunnen deelnemen.
Met behulp van googlemaps en mijn geheugen zoek ik een korte route in het vierkant zodat een bepaalde windrichting die toevallig gunstig is voor een van de kappen geen te grote invloed kan uitoefenen. Een 10km van mijn huis denk ik een geschikte test site gevonden te hebben. Om de beide kappen te vervoeren, tape ik ze over elkaar heen vast op de top voor het instapgat. Ideaal is het zicht niet, maar als ik rustig aan doe, dan red ik me ermee.
beide kappen over elkaar heen vast getaped op de top
Op de foto is te zien dat twilcap een stuk korter is. Het heerlijke ruimtelijke gevoel van de Sinner kap ontbreekt. Ik kan me niet naar voren buigen, want dan zit ik meteen met mijn hoofd tegen de naar voren snel aflopende bovenkant aan. Een worstenhelm past nog net en ik kan dan ook nog opzij kijken, Dat waren de minimum eisen die ik voor ogen had bij het creeeren van twilcap, dus ik zal niet mopperen. Maar met zo weinig comfort moet er wel overtuigend bewijs geleverd worden dat twilcap sneller is. In ieder geval is er geen waarneembaar verschil in ventilatie tussen beide kappen. Maar de ventilatie wordt dan ook gewaarborgd door de grote luchtinlaat. De smalle zijgaten blijven open want lucht die erin gaat moet er wel weer uit kunnen. Het verschil in vermogen bij dichte zijgaten in vergelijking met open zijgaten is erg klein. Aangezien het met dichte zijgaten erg heet wordt onder de kap is het meer dan aannemelijk dat je uiteindelijk met open zijgaten sneller bent. Een te hete motor kan geen vermogen leveren ;-)
Aangekomen op de testsite waait het naar schatting rond de Beaufort 5. Het wegdek is voor het grootste gedeelte redelijk goed te noemen, maar er zit ook een ruw stuk in. Dat is toevallig ook het geval in Venray op het race ovaal waar een van de lange bochten behoorlijk ruw is.
De wind had wel wat minder gemogen, maar uiteindelijk waait het in Nederland vaak hard en moet er dus ook bij zulke omstandigheden getest worden. Ik doe eerst een kort rondje zonder kap. Bij het gedeelte tegen de wind in duurt het me te lang om de beoogde snelheid van 40km/h te halen. Een goede waarde om te vergelijken krijg ik dan ook niet. Eerdere metingen wijzen op 15% vermogensvoordeel met de Sinner kap en met wat natte vinger werk vanwege de te lage testsnelheid lijkt dat ook nu weer aardig te kloppen.
De kappen vergelijk ik twee keer. De ene keer krijgt elk een ronde voor ik wissel en de tweede keer geef ik elk twee ronden. Ik let enkel op de snelheid die ik na de bochten telkens vlot weer naar de 40km/uur breng. Op het stuk tegen de wind in duurt dit duidelijk langer en is het ook moeilijker de snelheid konstant te houden. Op de stukken met zijwind is het juist moeilijk om niet harder te gaan dan 40 en direkt na de 1e ronde besluit ik om die stukken dan maar met 41km/h te doen.
De uitkomst is niet geheel eensluidend. De 1e test toont een vermogens voordeel van 8Watt met twilcap (http://ridewithgps.com/trips/4675447) maar de tweede test is neutraal: twilcap t.o.v. sinner cap Tja, bij windstilte is het gemakkelijker meten, maar in Groningen is die konditie bepaald niet vaak voorkomend en eigenlijk is het goed om ook eens te kijken wat er gebeurt onder praktijkomstandigheden.
Mijn voorlopige conclusie is dat er toch voldoende reden is om aan te nemen dat twilcap sneller is dan de standaard Sinner kap. Het is weliswaar onwetenschappelijk, maar deze keer had ik met het dichte vizier in de twilcap wel het gevoel dat ik wat minder druk op de pedalen hoefde te geven. Dat gevoel had ik niet met twilcap met open vizier. Als dat gevoel toen klopte, zou het nu ook weleens kunnen kloppen. Bij gelegenheid wil ik nog eens een langere test doen, liefst op een ovaal en met meer herhalingen, om een nog beter beeld te krijgen. Als het echt 0 tot 8Watt verschil is, dan is het de moeite waard om wat comfort in te leveren tijdens de Cycle Vision wedstrijden.
Een bijkomend (maar bij hoge wedstrijdsnelheden en veel wind) belangrijk voordeel is dat twilcap minder gevoelig is voor zijwind.
Ik heb twilcap laten spuiten. De kap wordt er niet sneller van, maar het oog wil ook wat. "Die gifgroene veeg die laag en hard over het asfalt vliegt? Dat kan alleen maar twilwel zijn"
Zijsleuven op precies de goede hoogte (voor mij) om door te kijken.
Het voorste kijkgat nog wat groter gemaakt
Op een niet al te winderige dag wil ik de Sinner toerkap en twilcap met elkaar vergelijken middels de vermogensmeter. Ik realiseerde me dat ik daarvoor toch echt de weg op moest. Ik heb nu eenmaal geen auto om een en ander naar een veilige testplek te transporteren. Twee kappen meenemen is in principe mogelijk, door een op de top te plaatsen, maar dat is me te avontuurlijk. Daarom heb ik de kijkgaten zodanig groot gemaakt dat ik voldoende zicht heb om aan het verkeer deel te nemen.
Mocht ik de indruk krijgen dat ik door deze relatief grote gaten teveel verlies aan snelheid, dan maak ik ze voor het wedstrijd gebruik met inzet ruitjes weer kleiner. Een klein windschermpje om de rijwind over het voorste kijkgat te geleiden ligt natuurlijk ook voor de hand. Omdat ik al zo vroeg begonnen ben om me voor te bereiden op Cycle Vision heb ik alle tijd om te experimenteren.
De racekap is nu bij de spuiter die er een mooi kleurtje aan gaat geven. Nu is het tijd om het vizier van mijn toerkap van een pin-lock vizier te voorzien. Doordat we een stevig gebogen vizier hebben bij de Sinner kap is dit goed mogelijk. Om deze te bevestigen moet ik twee gaten boren op precies de goede plek voor de pins. Deze pins houden het pin-lock vizier vast. Het schijnt erg goed te werken in motorhelmen. Deze van Schuberth schijnt te passen bij het Sinner vizier.
Montage
Het is niet gemakkelijk de plaatsen voor de boorgaten te bepalen. Ik weet dat ik goed moet oppassen bij het boren, want omdat het vizier verhit is om het te kunnen buigen is het weliswaar krasvaster, maar ook brosser dan het uitgangsmateriaal. Maar ik heb niet goed gekeken naar de pins waardoor ik een te klein gat boor. Als ik daarna met een iets grotere boor erdoor probeer te boren gebeurt het onvermijdelijke: het vizier scheurt over enkele mm. Einde oefening. Want zelfs al scheurt het niet verder, wat ongetwijfeld vroeg of laat gebeurt, dan kan er in ieder geval vocht tussen de twee vizieren komen en dan werkt het niet afdoende tegen beslaan. Ik boor toch nog het gat aan de andere kant, gewoon om mezelf te bewijzen dat ik het kan. Nu in een keer met de goede diameter. Ik doe het zo voorzichtig dat het ellenlang duurt. Een aanslag op mijn geduld, maar het lukt deze keer wel goed.
Wat nu?
Ik was eigenlijk al niet zo heel gemotiveerd om het pin-lock vizier te proberen omdat mijn met veel vallen en opstaan uitgevogelde anti-fog methode beter werkt dan welke dan ook die ik tot nu toe heb geprobeerd. Ik ben weer terug bij zeep, waar ik ooit ook mee begonnen ben. Dat werkte destijds al vrij aardig maar het liet aanvankelijk wel een hinderlijke waas achter die bijna net zo erg als de kwaal zelf was. Vanwege dit waas moest ik eerst met open vizier rijden voordat het weer helder werd. Na een poosje moest ik alweer opnieuw opbrengen. Dat leidde me teveel af van het verkeer, dan fiets ik nog liever met het vizier constant een stukkie open.
LET OP: gebruik zeep, beslist GEEN afwasmiddel. Daar kan namelijk zout (kristal) in zitten en dat maakt hele fijne krasjes bij het opbrengen die eerst helemaal niet opvallen. Pas op een hele zonnige en droge dag merk je dan dat je vizier helemaal bekrast is.
De verbeterde zeep methode tegen beslaan.
Ik neem het vizier eerst af met een zeem met water om eventuele stofjes die kunnen krassen weg te halen. Dan neem ik een doekje (die ik bewaar in een plastic zak zodat het niet uitdroogt) die doordrenkt is met vloeibare handzeep met een klein beetje water. Hiermee bewerk ik het vizier tot in alle hoeken van binnen en buiten. De zeep verwijder ik weer door met een droge zeem over het vizier te wrijven. Ik poets niet, gewoon alle zeep er weer af halen, het mag niet meer te zien zijn. Er blijft nu een dunne, onzichtbare film zeep achter die water op kan nemen en voorkomt dat het vizier beslaat. Belangrijke regel is dat ik onderweg het vizier NIET mag aanraken. Als ik een stukje wrijf dat is beslagen bij een stop, dan is dat de plek waar het vrijwel meteen weer begint te beslaan. Dus ik kan beter het vizier open zetten totdat de damp weer verdwijnt door de rijwind om dan het vizier weer goeddeels te sluiten. Ik herhaal dit elke avond voor het beste resultaat, maar als de omstandigheden niet al te zwaar zijn dan kan het best zijn dat het wel enkele dagen blijft werken. Zolang je maar van het vizier af blijft!
Is dit het definitieve antwoord.
Nee natuurlijk niet, want dan had ik het pin-lock vizier al helemaal geen kans gegeven! Maar het is wel zo dat het beslaan minder vaak voorkomt, ik heb een prachtig schoon vizier en er is geen zweem van een hinderlijk waas. Om mijn nachtzicht nog meer te verbeteren rij ik sinds kort met een contrast bril van een tientje. Daarmee krijgt de nacht weer kleur en kan ik veel beter de grens tussen berm en straat zien. Bovendien heb ik veel minder last van verblindende autolampen.
Al met zijn mijn winterse forensenritten in het donker een heel stuk aangenamer geworden. Vorig jaar kloeg ik nogal over het voor de ogen zeer vermoeiende fietsen in het donker. Dat is gelukkig nu niet meer zo. Wat een groot verschil kan een beetje zeep en een goedkoop brilletje maken!
Alternatieven
Nee, ik ben nog niet klaar, want bij het zoeken naar een pin-lock vizier kwam ik een, jawel, electrisch verwarmd vizier tegen. Grappig genoeg had ik dat al geopperd een paar weken geleden tegen een collega. Maar die dacht dat het niet zo gemakkelijk zelf te maken was en het zicht tussen draadjes door leek me eigenlijk ook niet zo aantrekkelijk. Maar motorhelm fabrikanten blijken hier over nagedacht te hebben en zo vond ik deze: https://www.louis.de/artikel/beheizbares-visier-klar-n104-n104evo/20013486?list=39426400. Op de motorfora las ik positieve berichten over deze en soortgelijke vizieren, dus wellicht is dit een optie. Ook op Alibaba kwam ik een aanbieder tegen van verwarmde helmvizieren. Dit biedt perspectief.....